Ik voel me in de hele wereld thuis
In het radioprogramma Passaggio hoorde ik Lex Bohlmeijer een fragment voorlezen uit een brief van Rosa Luxemburg. Ik was net als hij verrast door haar poëtische taalgebruik. Ik werd nieuwsgierig omdat ik eigenlijk alleen haar naam ken en vaag dat ze iets met communisme en terrorisme te maken zou hebben.
Het boek ligt nu op mijn nachtkastje en ik ben niet alleen getroffen door haar poëzie maar nog veel meer door haar indrukwekkende krachtige persoonlijkheid; intelligent, humorvol, teder en een enorme levenslust. Het is bijna niet voor te stellen dat ze de meeste van deze brieven schrijft vanuit de gevangenis.
Aan: Luise Kautsky, Wronke i.P, Vesting, 26.1. ‘17
‘Je hoofd is vol zorg over de wereldgeschiedenis… En iedereen die me schrijft, steunt en zucht eveneens. Ik vind niets meer belachelijk dan dat. Begrijp je dan niet dat de algemene moeilijkheden veel te groot zijn om erover te steunen? Ik kan verdriet hebben als mijn Mimi ziek wordt of wanneer jou iets scheelt. Maar wanneer de hele wereld uit haar voegen raakt, dan probeer ik alleen maar te begrijpen wat en waarom het gebeurd is en als ik mijn plicht gedaan heb, ben ik weer rustig en goed geluimd….’
Uitgeverij Van Oorschot over het boek:
Moed, humor, een intens gevoel voor schoonheid, doorzettingsvermogen, kracht – dat zijn de eigenschappen van Rosa Luxemburg (1871–1919) die in het oog springen bij lezing van de brieven van deze dwarse denker. Luxemburg is onder het stof van de tijd verdwenen, en menigeen zal alleen haar tragische biografie bij benadering kennen: met Karl Liebknecht in de roerselen net na de Eerste Wereldoorlog vermoord.
Deze selectie brieven met een nawoord van Joke Hermsen toont zoveel meer. Luxemburg schrijft de brieven uit de gevangenis aan vrienden, strijdkameraden, vriendinnen, bewonderaars, redacteurs. Ze laat een bijzonder krachtige persoonlijkheid zien die niet snel bij de pakken neerzit, integendeel: vaak moet ze andere ervan overtuigen dat er hoop is, dat het goedkomt. Ze schrijft over dieren en bloemen die ze door de tralies ziet, ze schrijft over mooie herinneringen, over hoop, en ze veegt vriendinnen die haar wat kwijnend voorkomen fel de mantel uit.
De selectie van de brieven die Van Oorschot in de jaren ’50 en ’70 al uitgaf in de vertaling van M. Verdaasdonk is opgefrist en uitgebreid met enkele nieuwe brieven.
‘De brieven blinken uit in subtiliteit en fijnzinnigheid en behoren volgens haar vriendin Henriette Roland Holst “tot de mooiste van de wereldliteratuur”.’